“We moeten meer spelen”
Spelen is stressverlagend, het is een uitlaatklep voor negatieve emoties en je wordt er creatiever van. Toch doen volwassenen het eigenlijk alleen als er iets te winnen valt. Zonde.
‘Op het strand ga ik helemaal op in scheppen en zandkastelen bouwen. Ik vergeet de tijd. Als de zon ondergaat en het fort is nog niet af, dan ga ik net zolang door tot het klaar is.’ Geert Verwijmeren is 52 jaar en grijpt bijna elke mogelijkheid tot spelen aan. ‘Spelen heeft iets kinderlijk onschuldigs. Er worden geen eisen aan je gesteld. Ik word er rustig van, maar tegelijkertijd ook heel gedreven.’ Verwijmeren is niet de enige volwassene die nog regelmatig speelt. Neem nu de buurman die uren bezig kan zijn met het maken van een uitgebreid landschap met miniatuurtreintjes. Of de duizenden volwassenen die ‘larpen’ (Live Action Role Playing), en verkleed als fantasiefiguur hele veldslagen uitvechten met hun speelgoedzwaard. Al deze mensen ondervinden wat psychologen al langer weten: spelen is goed voor je. Het verdrijft dagelijkse beslommeringen naar de achtergrond. Het prikkelt de zintuigen, daagt je creativiteit uit. En bovenal is spelen leuk: het maakt het leven lichter.
‘Spelen’ is een breed begrip. In woordenboeken en in de wetenschap zijn dan ook talloze verschillende definities in omloop. Toch komt een aantal kenmerken in alle definities terug. Zo heeft spelen in de eerste plaats geen doel: het is een doel op zich. Het is een actieve, vaak lichamelijke bezigheid, die je uit vrije wil onderneemt. Meestal zit er een alsof-element in. En wie er eenmaal mee bezig is, gaat er volledig in op, en vergeet de wereld om zich heen. De Amerikaanse psychiater Lenore Terr, auteur van het boek Beyond love and work: why adults need to play (1999), definieert spelen als ‘een activiteit met plezier als grootste doel’. Ook muziek maken is volgens haar een vorm van spel, evenals dagdromen, spelen met ideeën, of met vrienden televisiekijken en tegen het scherm praten. Zolang we het maar niet te serieus gaan nemen. Terr: ‘Spelen is in de eerste plaats luchtig. Sporten voor het geld, gokken of obsessief met computerspelletjes bezig zijn, heeft niets meer met spelen te maken.’De wereld leren kennen.
Waarom spelen we?
Als kind speelden we vaak uren achter elkaar. Zo ontdekten we de wereld om ons heen. We leerden hoe ons lichaam werkt, wat goed voelt en wat niet. We oefenden en experimenteerden met ons gedrag en met voorwerpen: als ik een glas omdraai, dan loopt het water eruit. En als ik een blokje van mijn broertje afpak, dan wordt hij boos. Al spelende ontwikkelden we ons en leerden we hoe onze omgeving in elkaar zit. Toch was dat niet het doel. Ontwikkelingspsychologe Elly Singer: ‘Een kind speelt vooral omdat het leuk is. Het is lekker om je lichaam te gebruiken en te rennen, om je helemaal uit te leven. Dat is het mooie van de natuur: die laat ons de juiste dingen doen, door te zorgen dat we ze leuk vinden.’
Ook de hogere diersoorten spelen. Ze leren spelenderwijs hoe ze zich moeten gedragen in groepen, hoe ze moeten jagen, domineren en zich voortplanten. En: ze blijven spelen als ze volwassen zijn. Volgens Robert Fagen, een bioloog aan de Universiteit van Alaska, houdt dat de dieren flexibel in hun gedrag. Zo kunnen ze zich sneller aanpassen aan een nieuwe omgeving, en beter inspelen op uitdagingen en veranderingen. Net als bij dieren heeft spelen ook bij mensen na de kindertijd nog functies: het vermindert stress, maakt negatieve emoties hanteerbaar, heeft een positief effect op intieme relaties en laat ons effectiever leren.
Stressmanagement
Spelen is in de eerste plaats stressverlagend, zegt psychiater Terr. We kunnen even ontsnappen aan ons serieuze, drukke bestaan. Terwijl we bezig zijn met ons zandkasteel, of opgaan in een spannend potje Monopoly, maken we ons niet meer druk over alles wat we moeten – laat staan over hoe we eruitzien en of ons haar wel goed zit. Terr: ‘Als we spelen, voelen we geen beperkingen. We zijn ons niet meer bewust van onszelf. We worden vrij.’
De Amerikaans-Hongaarse onderzoekspsycholoog Mihaly Csikszentmihalyi komt tot een vergelijkbare conclusie. In zijn flow-theorie, gebaseerd op onderzoek bij duizenden mensen, beschrijft hij een staat van geluk en voldoening, waarin je volledig opgaat in de ‘stroom’ van de activiteit. Het voelt alsof alles vanzelf gaat. Die staat, die hij flow noemt, omschrijft goed wat we voelen als we spelen. De belangrijkste kenmerken van flow lijken zelfs sprekend op die van spelen: je wordt uitgedaagd, je hebt het gevoel dat je alles onder controle hebt, en je aandacht is zo gericht op de activiteit dat je je niet meer bewust bent van jezelf of van de tijd. De flow-theorie maakt duidelijk waarom spelen zo leuk is en waarom het ons zo kan motiveren. En nog belangrijker: uit onderzoek van Csikszentmihalyi blijkt dat we meer zelfvertrouwen en eigenwaarde voelen wanneer we in flow zijn.
Negatieve gevoelens
Een ander voordeel van spelen is dat het negatieve emoties, zoals angst en woede, controleerbaar maakt. Bij kinderen is dat duidelijk te zien. Grote, beangstigende gebeurtenissen komen direct terug in hun spel. De tekeningen van kinderen die de tsunami in Azië hebben overleefd, gaan bijna zonder uitzondering over de ramp. En een klein meisje dat erg geschrokken is van een grote hond, speelt diezelfde middag dat zijzelf een hond is. Ze blaft tegen haar poppen. Tegelijkertijd stelt ze de poppen gerust: ‘Niet bang zijn, hoor. Hij doet niets.’ Door zelf de hond te spelen, krijgt ze meer grip op haar angst. In het spel kan ze zelf bepalen wat er gebeurt en wie de baas is. Lenore Terr gebruikt bij de behandeling van getraumatiseerde kinderen en volwassenen dan ook veel spel-elementen. Terr: ‘Door te spelen, kun je het verloop van de gebeurtenis manipuleren. Je hebt op dat moment controle over de wereld.’
Spel geeft bovendien de mogelijkheid om emoties te uiten, zonder dat er een groot risico aan zit. Als je in een rollenspel ‘vervelende klootzak’ tegen een jas aan de kapstok roept, die in het spel je vader voorstelt, heeft dat geen consequenties voor de werkelijkheid. Maar het lucht wel op. Als je met een beteuterd kinderstemmetje tegen een vriendin zegt dat je het vervelend vindt dat ze je een half uur heeft laten wachten, zal ze zich niet aangevallen voelen. Intussen is de boodschap wel aangekomen.
Spelen is daarnaast een veilige manier om ongestraft te experimenteren met ander gedrag, en andere rollen uit te proberen. Als kind gaan we al eindeloos op in andere rollen: boef of politieagent, vadertje en moedertje, schooltje. Als boef en piraat kunnen we ons heerlijk slecht gedragen zonder dat we zelf slecht zijn. Niet voor niets vinden acteurs de rol van de bad guy het plezierigst om te spelen. Ook wedstrijden en teamspellen zijn een manier om ongestraft verschrikkelijk competitief en agressief te zijn, zonder dat het je kwalijk wordt genomen. Het is een legale uitlaatklep voor sociaal onwenselijke gevoelens.
Intimiteit en affectie
Speelsheid blijkt sterk samen te hangen met de mate van intimiteit en hechtheid tussen twee partners. Volgens Amerikaanse onderzoekers ontwikkelen partners in de loop van de tijd hun eigen manier van omgaan met elkaar. Ze hebben meestal een ‘persoonlijk idioom’ om dingen op speelse wijze uit te drukken: gebaren en zinnen die exclusief binnen hun relatie worden gebruikt. Andere vormen van spel binnen relaties zijn bijvoorbeeld rollenspelen, elkaar plagen, stoeien en roddelen.
Het voordeel van speels gedrag in relaties is groot. Ontwikkelingspsychologe Elly Singer: ‘Het kan een manier zijn om conflicten te verzachten. Door op een speelse manier te overdrijven, kun je zeggen wat je dwarszit op een luchtige manier.’ Spelen is een soort smeermiddel, dat de communicatie soepeler maakt. Zonder dat het te zwaar wordt, kun je je affectie uitdrukken, de confrontatie opzoeken, een gunst vragen of seksuele toespelingen maken. Uit onderzoek blijkt dan ook dat partners die speels omgaan met elkaar, zich prettiger voelen en tevredener zijn met hun relatie. Niet voor niets is het een aantrekkelijke eigenschap in partners. Singer: ‘Speelsheid en humor geven iets lichts aan het bestaan.’
Spelenderwijs leren
Wie opgaat in spel, kiest er vaak vrijwillig voor om enorme hoeveelheden tijd, energie en emotie in een taak te steken. Iemand die bijvoorbeeld werkt aan een uitgebreide treinopstelling vermaakt zich prima, ondanks grote inspanningen en kleine frustraties. Zijn bezigheid geeft voldoening en het gevoel iets bereikt te hebben. Kortom: spelen kan enorm motiveren. Dat is precies waarom spelenderwijs leren meestal ‘als vanzelf’ lijkt te gaan, en er steeds meer spelelementen in het onderwijs worden gebruikt. Een kind dat bijvoorbeeld de moeilijke landennamen van Afrika maar door elkaar blijft halen, kan wel moeiteloos alle verschillende soorten dinosauriërs met hun kenmerken opnoemen, terwijl die namen een stuk ingewikkelder zijn.
Bovendien kun je je spelenderwijs gemakkelijker ingewikkelde kennis en handelingen eigen maken. Vraag een kind hoe zijn favoriete computerspelletje werkt, en je zult versteld staan van de complexe regels en vaardigheden die hij zich eigen heeft gemaakt.
Een speelser leven
Als spelen zoveel voordelen heeft, waarom doen we het dan niet vaker? Singer: ‘De behoefte om te spelen wordt minder. Die is niet weg, maar het spel heeft niet meer zo’n grote rol in ons leven als vroeger.’ Want als we volwassen worden, krijgen we er steeds meer zorgen en verantwoordelijkheden bij. Vrije tijd wordt schaarser. En zelfs die vrije tijd proberen we nuttig te besteden, door wasjes te draaien, het huis te schilderen en eindelijk eens dat kattenluik te repareren. Zo vergeten we hoe we moeten spelen. De meeste van onze ‘speelse’ volwassen activiteiten hebben namelijk stiekem een doel. We rennen voor onze conditie, niet omdat we gewoon zin hebben om een eindje te rennen. We werken in de tuin zodat die er netjes uitziet, niet om lekker in de aarde te wroeten. We lezen om onszelf te ontwikkelen. We doen er alles aan om ons waar te maken en onszelf te verbeteren. Daarmee ligt de nadruk niet op het spel, maar op wat het ons kan bieden.
Hoe doe je dat dan, speelser leven? Perfectionisme is de doodsteek voor elke speelse activiteit. Probeer uw hoge eisen dus los te laten, en uw activiteiten vooral niet te professioneel aan te pakken. Wanneer je zelf een vogelhuisje in elkaar wilt zetten, betekent dat niet dat je meteen een complete gereedschapskist in huis moet halen en een boek over vogelhuisjes moet aanschaffen. En ook niet dat het eindresultaat de belichaming van het Perfecte Vogelhuisje moet zijn. Een sport beoefenen betekent niet dat je de beste moet zijn: het woord ‘amateur’ klinkt bijna als een belediging, maar komt van het Latijnse woord voor liefhebben.
Laat het doel van uw activiteiten in uw vrije tijd los. Ga bijvoorbeeld eens een eind joggen zonder uw hartslagmeter en stopwatch mee te nemen. Ren zomaar ergens naar toe, in plaats van uw gebruikelijke rondje van precies twintig minuten. Zoek de dingen die uw kinderlijke kant boven brengen, die maken dat u wilt zingen, schreeuwen en rennen.
Maar het belangrijkste is dat je openstaat voor spel. Over de stoep lopen is geen spelen. Maar zodra je ziet dat uw voeten precies op een tegel passen, en vervolgens probeert precies tussen de lijnen te blijven, bent je aan het spelen.
Bronvermelding: https://www.psychologiemagazine.nl/artikel/we-moeten-meer-spelen/
‘